Verwondering 51: Vlinders
Verschillende vrolijke vlinders kruisten mijn pad afgelopen zomermaanden.
Deze vreugde deel ik in verwondering.
Tijdens een rustmoment bij het sluisje van Euville langs de Maas, zag ik deze grote vlinder die mij onbekend voorkwam. Waarneming.nl hielp mij met de determinatie. Het is een keizersmantel, sinds 1980 als standvlinder uit Nederland verdwenen.
Een standvlinder is een soort die in een bepaald gebied minimaal 10 jaar een populatie heeft.
Parende oranje luzernevlinders. In Nederland is dit een vrij schaarse trekvlinder. Hij overwintert in Zuid-Europa, maar wordt ’s zomers en in het najaar in grote delen van Europa gezien en komt in juni in Nederland aan.
Het icarusblauwtje komt in vrijwel heel Nederland voor bij allerlei kruidenrijke graslanden. Je ziet het hier op hertsmunt. Zet de munt in je tuin of in een pot op het balkon, een mooie kans om deze prachtige vlinder aan te trekken.
De rotsvlinder is in Nederland maar 7 keer als dwaalgast waargenomen sinds 1866, de laatste keer in 1933. De soort leeft in graslanden op steenachtige hellingen. Ik zag hem twee jaar geleden en dit jaar in Frankrijk. De foto is niet geweldig maar omdat hij niet vaak te zien is mag hij deze galerij sieren.
Dagelijks bezoeken kleine koolwitjes mijn tuin. De vlinderstruik is favoriet, daarna de duizendknoop. Welke vlinders kruisen jou pad? Hier zie je het koolwitje in de Crezéepolder. In Nederland is het een heel algemene soort, met 677.000 waarnemingen afgelopen jaar is het zelfs de meest voorkomende standvlinder.
Het oranje zandoogje is een standvlinder die vooral in het noordelijk en zuidelijk deel van het land algemeen voorkomt.
De waardplanten van de kleine parelmoervlinder zijn vooral duinviooltje, akkerviooltje en driekleurig viooltje. Het vrouwtje zet de eitjes afzonderlijk af, bij voorkeur laag bij de grond.
Leuk puzzeltje: zoek de verschillen tussen de rotsvlinder en het oranje zandoogje of tussen de keizersmantel en de kleine parelmoervlinder.