Mijn leven in de wildernis

Dit boek trok mijn aandacht omdat het verslag doet van een lange afstandswandeling. Een man en een vrouw lopen van de meest noordelijke tot de meest zuidelijke punt van Nieuw Zeeland, meer dan zesduizend kilometer. Het geeft een boeiende beschrijving van hoe je met niets anders dan een rugzak in het hier en nu leeft. Daarmee is het ook een beschrijving van een zoektocht naar het leven en overleven in de natuur. Zo’n tocht blijkt helend en louterend voor lichaam en geest te zijn. Daarom stijgt het ver uit boven een vakantie-ervaring.

Het is geschreven door een jonge vrouw Miriam (22) die in de Achterhoek is geboren, na haar sportopleiding een jaar in Afrika werkte en naar India ging. Daar ontmoette ze Peter (52). Samen kwamen ze op het idee om anders te gaan leven. Ze gingen terug naar zijn geboorteland Nieuw Zeeland. Zonder werk of bezit beginnen ze aan een nieuw leven met het toeval als motor. Het boek beschrijft 6 jaar van hun leven in de natuur.

De eerste jaren verblijven ze ongeveer drie maanden tot een jaar op dezelfde plaats. Ze leven in een tent, koken op een zelfgemaakt vuur en eten van wat de natuur brengt en wat meegenomen voorraden. Het laatste deel van het boek volgen zij te voet het Te Araroa pad van het noorden van het noordereiland Cape Reinga tot Invercargill in het zuiden van het zuidereiland van Nieuw Zeeland.

Het boek leest makkelijk en boeiend vanwege de beschrijvingen van het landschap. Dat is genieten. Levendig kon ik het mijzelf voorstellen, de rivier, de bergen, de vlakte, de bossen, de rusteloze en tegelijkertijd rustgevende golven van de oceaan. De lezer krijgt ook veel reflecties mee op hoe zij zichzelf en elkaar ervaren. Wat ga je bijvoorbeeld doen, als je voldoende eten hebt en je stil valt. Ze ontdekken dat ze normaalgesproken altijd bezig waren. Ze gingen zich afvragen, wat hen voorheen voortdreef. De primitieve omstandigheden maakten dat ze zich de vraag gingen stellen waarom het nodig is om te doen wat je doet.

Wat mij aanspreekt in het boek is dat het idee ‘zullen we anders gaan leven’ in daden wordt omgezet. Er is heel veel moed voor nodig om deze stap te zetten. In onze westerse cultuur zijn we voor het leven in de natuur niet toegerust. Het moderne leven is totaal anders dan leven in de natuur. Ik bewonder de hoofdpersonen omdat ze het aandurven terug te gaan naar de wildernis. Deze manier van leven brengt je heel dicht bij de aarde. Dat klinkt romantisch en aantrekkelijk. Ik zou het als een groot voorrecht beschouwen om dag en nacht in de natuur te kunnen zijn, bij de planten, de dieren, de onvoorspelbaarheden van het weer. Hier mee leven is een idealistisch beeld.

Er is ook een andere kant. Er zijn veel moeiten en gevaren. Je bent nauwelijks beschermd tegen de elementen. Er is voortdurend onzekerheid over voedsel, wat kun je wel en wat niet gebruiken. Het is vooral spannend of je op tijd water of voedsel aan zult treffen. Het daagt je kennis en vaardigheden uit. Hoe vang je een haas, hoe schiet je een hert? Dat moet je leren, het is je niet aangeboren. Sowieso moet je eerst veel van de natuur leren, wil je succesvol zijn in het overleven. Stel dat een dier heel goed kan ruiken, met de wind mee weet het dan dat jij er aan komt, als je het nog maar van ver nadert. Je moet dus zorgen dat je van de andere kant komt. Als je de leefwijze van een dier niet kent, vang je hem nooit. Ook de elementen kunnen bedreigend zijn. In no time kan een rivier overstromen. Kun je dan nog ergens heen, of verdrink je? Op dezelfde manier kan ook de zon, de regen, de hagel bedreigend zijn. Het spannende is niet alleen bedreigend maar ook aantrekkelijk. Het appelleert aan een heel diep verlangen om de natuur beter te leren kennen. Als je het beter kent, vergroot het je de mogelijkheid om te overleven.

Het boek maakt het verschil duidelijk tussen het leven in het hier en nu, en in gedachten gericht zijn op het verleden of te verzanden in plannen voor de toekomst. Leven in het hier en nu vergroot inderdaad je conditie en je welbevinden. In het overleven ontstaat er een zeer genuanceerde manier van samenwerken, op elkaar vertrouwen en liefhebben.

Hier een citaat waarin Miriam, de schrijfster aan Peter haar man vraagt: “Hoe heb jij het leven in de natuur de afgelopen jaren ervaren?” Hij antwoordt: “Vergeleken bij tien jaar geleden ben ik fysiek een stuk sterker geworden. Het is fantastisch om zo fit en soepel te zijn dat je op de grond kunt slapen en op rotsblokken kunt zitten.”

Het stap voor stap voortbewegen met alles wat je hebt op je rug, maakt je lijf gezonder en maakt je mentaal sterker. Het boek is een aanrader voor iedereen die het uitdaging vindt om zekerheden los te laten. Je wordt terug geworpen op jezelf. Deze manier van leven maakt je onafhankelijk van wat er verwacht wordt door anderen.

Naar aanleiding van “Mijn Leven in de Wildernis”, Van de Achterhoek naar Nieuw-Zeeland van Miriam Lancewood, uitgegeven bij Kosmos 2017.